Adres van de afzender

In persoonlijke zakelijke correspondentie maak je meestal geen gebruik van briefpapier met een voorgedrukt briefhoofd. Soms heb je dat ook niet. In dat geval typ je links bovenaan je naam, je eventuele organisatie en je adres.

Tussen het adres van de afzender en de eerste adresregel van de geadresseerde laat je een witruimte van 1 cm (dat zijn 2 witregels).

Als je de onderdelen van het adres (naam, straat, gemeente) naast elkaar schrijft, kan je een middenstip of streepje gebruiken om ze te scheiden. Daaronder mag je een lijn trekken.


Maar je kan de verschillende gegevens ook op de gebruikelijke manier onder elkaar plaatsen. Zo is het ook gedaan in de voorbeeldbrief die je kan bekijken via de link in de rechterkolom. Je vindt er ook nog eens een sjabloon van de adresruimte met de precieze marges.

Voor de precieze conventies in verband met de notatie van de adresgegevens, zie: Adressering. Voor de notatie van telefoonnummers, zie: Briefhoofd.

Opmerking

Als je de bovenmarge in je tekstverwerkingsprogramma instelt op 13 mm, staat de eerste adresregel van je eigen adres meteen goed. De datum typ je op dezelfde regel tegen de rechtermarge (rechts uitlijnen).

Merk wel op dat elk modern bedrijf van betekenis beschikt over zijn eigen briefpapier met briefhoofd, vaak zelfs verschillende soorten.